In mijn vorig blogbericht heeft U kunnen lezen dat ik drie
taalenquêtes heb afgenomen bij kinderen van het 3de kleuter, 3de
leerjaar en tot slot 5de
leerjaar.
Wat is mij opgevallen?
Het is mij vooral opgevallen dat de kinderen antwoorden
gaven volgens hun leeftijd. Merel (3de
kleuter) begreep de opdracht niet zo goed met gevolg dat ze de antwoorden 1,2,3
gaf.Thijs uit het 1ste leerjaar daarentegen antwoordde
gevarieerder. Toch zag ik dat hij in een bepaald stramien terecht kwam. Hij
gebruikte zelden het derde antwoord.Delphine
daarentegen ging echt op zoek naar het juiste antwoord. Voor haar was het
belangrijk dat ze alle details hoorde. Enkel en alleen op deze manier kon ze
volgens haar een correct antwoord geven.
Daarnaast is het me ook opgevallen dat de kinderen van het 3de
kleuter en 1ste leerjaar niet vertrouwd zijn met het dialect. Ze
begrepen er niet veel van en vroegen dan ook meerdere malen of ze het fragment
opnieuw mochten beluisteren. Delphine uit het 5de leerjaar begreep
wel wat de man vertelde.
Wat kan ik hieruit
concluderen?
Ik denk dat ik hieruit kan opmaken dat kinderen het meest
vertrouwd zijn met tussentaal. Dit is ook de taal die het meest voorkomt nl. op
straat, gezin, familie, vrienden, enz. Natuurlijk begrepen ze ook het fragment
dat gesproken werd in het Algemeen Nederlands. Dialect daarentegen is iets
waarmee de kinderen niet vertrouwd zijn. Voor velen is dit een vreemde taal.
Als algemeen besluit kan ik zeggen dat het spreken
van tussentaal het meest voorkomt. Toch is het belangrijke dat de school
Algemeen Nederlands als taal hanteert! Dit is een prioriteit voor het
onderwijs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten